Selecteer een pagina

Niet zelden zien we voor de zonneparken welke Greensolver beheert dat de daadwerkelijke energieopbrengst afwijkt van de oorspronkelijk verwachte energetische opbrengst. Een juiste inschatting van de yield op locatie is echter van cruciaal belang voor een correct ontwerp van het systeem en daarmee de operationele prestatie. Hetgeen directe invloed heeft op de financiering c.q. waarde van het project.
 
Het startpunt voor het ontwerp van ieder zonnesysteem is de bepaling van de Global Horizontal Irradiation (GBI). GBI is de cumulatieve zonnestraling gedurende het jaar op een oppervlak, veelal uitgedrukt in kWh/m2. De GBI is in eerste instantie afhankelijk van de plek op de aarde. De plek op aarde bepaalt de lichtintensiteit gedurende het jaar op de locatie. Deze is goed te modelleren aan de hand van astronomische wetmatigheden. De grootste onzekerheid zit echter in de reductie van de zonne-instraling in en door de atmosfeer. Deze reductie wordt bepaald door locatie specifieke, klimatologische en meteorologische factoren, zoals bijvoorbeeld:

  • Absorptie door de atmosfeer (ozon, zuurstof, waterdamp etc.)
  • Verstrooiing in de atmosfeer (Rayleigh/ Mie scattering)
  • Reflectie op de oppervlakte (albedo-waarde)
  • Etc.

Moderne PV-design tools (zoals PVSol, PVSyst) maken inschattingen van deze factoren aan de hand van satellietdata. Bijvoorbeeld de PVGIS of NASA-SSE databases, welke op haar beurt weer opgebouwd zijn uit andere datasets, waaronder: GEOS-1, ISCCP D-1, GOES, POES, ISSCP, Meteostat etc. datasets. Deze datasets bevatten data uit de periode 1983 – 2005. Ondanks een relatief hoge betrouwbaarheid van de P50, P90 waardes geven de verschillende tools vaak verschillende uitkomsten. Deze verschillen worden veroorzaakt door het gebruik van verschillende datasets en algoritmes.
 
Om te komen tot een eensluidend en meer betrouwbare uitkomst is ‘lange termijn correlatie’ het toverwoord. Aanvullende correlatie kan gezocht worden met andere lokale bronnen zoals bijv. meteo data van meteorologische instituten, weerstations etc.
 
Een ander zeer betrouwbaar alternatief is correlatie en extrapolatie a.d.h.v. daadwerkelijke metingen ter plaatse op de locatie. Met een juist geïnstalleerde en gekalibreerde pyranometer, de huidige norm in solar is ISO 9060:1990, en pyrheliometer (voor zowel GHI/DNI-meting) kunnen exact de lokale omstandigheden worden gemeten. Ook is het mogelijk om te meten onder de hoek waaronder de panelen uiteindelijk geplaatst worden. De foutmarge kan met een juiste meting worden teruggebracht naar 1% – 2%.
 
Deze verhoogde betrouwbaarheid zal leiden tot betere p90 waarden voor het project, minder risico in het project en dus tot betere financieringsvoorwaarden. Uiteraard zijn kosten verbonden aan het uitvoeren van de meting en het analyseren van de uitkomsten. Een locatie specifieke afweging zal gemaakt moeten worden om te bepalen of de kosten opwegen tegen de baten.

Share This